De ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen wordt vaak terecht één van de belangrijkste oplossingen voor de opwarming van de aarde genoemd maar minder vaak als oplossing voor de stijging van de elektriciteitsprijzen, die de laatste maanden bijzonder sterk is geweest.
Deze prijsstijging treft alle huishoudens en bedrijven, en nog meer burgers met een laag inkomen.
Volgens de barometer van de Koning Boudewijnstichting over brandstofarmoede heeft nu al 1 op de 5 Belgische gezinnen het moeilijk om hun woning te verwarmen of hun energiefactuur te betalen. De meeste van hen zijn huurders van een (zeer) slecht geïsoleerd gebouw.
De meest getroffen groepen zijn huishoudens met een laag inkomen (met of zonder baan), alleenstaanden, eenoudergezinnen – vaak alleenstaande moeders met kinderen en alleenstaande ouderen.
De energietransitie biedt echter de mogelijkheid voor alle gezinnen, of ze nu een eigen huis bezitten of niet, en of ze nu een bescheiden inkomen hebben of niet, om toegang te krijgen tot fatsoenlijke, goed geïsoleerde woningen op basis van hernieuwbare energiebronnen en om op die manier hun energierekening op lange termijn te verlagen.
Het renoveren van woningen en het garanderen van een vaste kost voor de huurder
Op het gebied van energierenovatie kunnen lokale platformen de huiseigenaars (al dan niet verhuurders) nu helpen om hun woning beter te isoleren. Dit model, dat in Frankrijk is ontstaan, wordt momenteel in Wallonië ontwikkeld in de vorm van proefprojecten of plaatselijke coöperaties.
Deze operatoren werken samen met plaatselijke bedrijven, adviseren de eigenaar over de te nemen stappen en volgen elke fase van het project tot de nieuwe energieprestatie van het gerenoveerde gebouw is goedgekeurd.
De sociale immomakelaars en de sociale huisvestingsmaatschappijen zouden een voortrekkersrol kunnen spelen in het kader van een één-loketsysteem voor de huurmarkt. Zij zouden namelijk de mogelijkheden kunnen testen om de huurprijs te verhogen in geval van een ambitieuze energierenovatie tijdens de looptijd van de huurovereenkomst, terwijl de totale woonkosten (huur + lasten) voor de bewoner voor en na de werkzaamheden ongewijzigd blijven.
Gezinnen die met brandstofarmoede te kampen hebben, zouden hun comfort dus aanzienlijk kunnen zien verbeteren, met voor sommigen een daling van hun energieverbruik en hun energiefactuur.
Groene stroom: een concurrentiële, stabiele en voorspelbare kost
Wat betreft de elektriciteitsprijs merken we op dat de internationale just-in-time energiemarkten zijn verstoord door schaarste van fossiele brandstoffen, pandemieën, stijgende koolstofprijzen, natuurrampen, geopolitieke instabiliteit, sterk fluctuerende vraagtendensen, enz. Dit maakt dat de elektriciteitsprijzen variabel zijn en zeer moeilijk te voorspellen in de tijd in goede en slechte tijden.
Door de voortdurende dalingen in de kosten zijn wind- en fotovoltaïsche zonne-energie concurrentiëler geworden dan de goedkoopste centrales op basis van fossiele brandstoffen (Renewable Power Generation Costs in 2020, IRENA, 2021).
Een huishouden dat is voorzien van een zonne-installatie kan dus een deel van zijn eigen elektriciteit produceren tegen een kostprijs die niet alleen betaalbaar en concurrentieel is, maar ook stabiel en voorspelbaar in de tijd en dus onafhankelijk van wat er gedurende 25 jaar op de internationale elektriciteitsmarkten gebeurt.
Deze kostenefficiënte installatie is niet langer alleen voorbehouden aan gezinnen die onroerend goed en over kapitaal beschikken om te investeren.
Iedereen kan nu genieten van een eerlijke en geïntegreerde energietransitie.
Nieuwe modellen van delen en solidariteit
Een nieuwe wettelijke context biedt nu immers de mogelijkheid om de lokale productie van groene stroom – bijvoorbeeld een fotovoltaïsche zonne-installatie op het dak van een school – te verdelen tussen verschillende verbruikers in de buurt, tegen een aantrekkelijkere prijs dan die van een energieleverancier.
Naar aanleiding van twee Europese richtlijnen zal dit nieuwe recht binnenkort in de Waalse en Brusselse wetgeving worden opgenomen. Dit is een geweldige hefboom om de minderbedeelden, en met name de huurders van sociale woningen, tegen een lage en stabiele prijs van elektriciteit te laten profiteren, zeker omdat de verkoper niet uit is op winst (in tegenstelling tot de leveranciers), maar eenvoudigweg zijn productie wil verkopen tegen een prijs die hem in staat stelt zijn productiekosten te dekken.
Door deze toekomstige wetgeving zullen burgers, gemeenten en lokale bedrijven ook de mogelijkheid hebben om via een Energiegemeenschap samen te investeren in een installatie voor hernieuwbare energie en de productie ervan te delen. In dit geval worden de regels voor het delen en de prijs door de consumenten zelf bepaald.
Gedeelde zonnestroom: goedkoper dan het sociale tarief
Energie Commune (voorheen APERe vzw), ondersteund door de Brusselse overheid, stimuleert het onderzoek en de concrete ontwikkeling van deze nieuwe modellen voor het delen van energie tussen burgers, KMO’s en de overheid.
Het proefproject SunSud, dat momenteel in Sint-Gillis wordt ontwikkeld, heeft bijvoorbeeld als doel de elektriciteit die wordt geproduceerd door een zonne-installatie van 40 kWp op het dak van een sociaal huisvestingsgebouw (foto boven) te delen ten voordele van de huurders.
De zonnestroom zal door de huisvestingsmaatschappij, die eigenaar is van het gebouw en de panelen, aan de deelnemers worden verkocht tegen iets minder dan 10 c€/kWh, wat ongeveer 2/3 is van het sociale tarief voor elektriciteit.
Het aanbieden van een dergelijk tarief is mogelijk vanwege de lage productiekosten, die praktisch gedekt worden door de groenestroomcertificaten, maar ook omdat het bedrijf geen winst wil maken. Bovendien zullen eventuele winsten uit de verkoop van elektriciteit in een gemeenschappelijk fonds worden gestort, waarvan de deelnemers zelf zullen beslissen hoe zij deze zullen gebruiken, bijvoorbeeld voor energierenovatiewerkzaamheden in het gebouw.
De allereerste Belgische Gemeenschap voor Hernieuwbare Energie is op 1 augustus 2020 van start gegaan in de omgeving van de Nos Bambins school in Ganshoren. Twee fotovoltaïsche zonne-installaties, de ene op het dak van de school, de andere op het huis van een plaatselijke bewoner (in totaal ongeveer 37 kWp), delen nu hun zonnestroom met plaatselijke consumenten, waaronder particulieren en de gemeente (18 meter in totaal).
In de loop van een jaar hebben de deelnemers gemiddeld 11% bespaard op hun individuele facturen.
Gestimuleerd door Europese richtlijnen zal dit soort projecten een nieuwe standaard worden in Europa.
Steunmechanismen koolstofvrij maken
In ruimere zin zou dit nieuwe recht ook kunnen helpen om de financiële mechanismen in de strijd tegen brandstofarmoede koolstofvrij te maken. Vandaag beperken deze mechanismen zich ertoe de begunstigden te helpen bij het betalen van hun elektriciteitsrekeningen, die hoofdzakelijk van fossiele oorsprong zijn.
In de toekomst zouden zij geleidelijk, althans gedeeltelijk, kunnen worden geheroriënteerd naar de ondersteuning van initiatieven voor gemeenschappen voor hernieuwbare energie die kwetsbare groepen bevatten en hen toegang geven tot koolstofarme, lokaal geproduceerde elektriciteit tegen een stabiele en goedkope prijs. Met andere woorden, dit is een uitgelezen kans om “het einde van de wereld” en “het einde van de maand” met elkaar te verzoenen. Het is aan de overheid om deze kans te grijpen door dit soort initiatieven pro-actief aan te moedigen.