Energiepact: cijfers hernieuwbare energie in het voordeel

De tegenstanders van het Belgische Energiepact eisen cijfers over de kosten van een transitie naar 100% hernieuwbare energie tegen 2050. De huidige prijsdynamiek toont echter aan dat de hernieuwbare productie nu  - of  binnen 2 jaar – concurrentiëler is dan de klassieke productiemethodes.

Na meer dan twee jaar politieke besluiteloosheid hebben de vier Belgische ministers van energie (regionale en federale regering) begin december 2017 een akkoord bereikt over een energiepact dat België in 2050 naar een transitie van 100% hernieuwbare energie zal leiden.

Dit document, hier beschikbaar, moet nu nog worden goedgekeurd door de federale en regionale overheden. Maar de N-VA, de belangrijkste partij van de federale en Vlaamse coalities, evenals andere politieke actoren, kelderen momenteel dit pact. Onder de volgende aangevoerde voorwendsels:

  • de uitstap van kernenergie zou leiden tot een verstoring van het evenwicht in de Belgische energievoorziening;
  • de ontwikkeling van hernieuwbare energieproductie zou leiden tot hogere energieprijzen.

Deze argumenten staan staan haaks op de doelstellingen van het pact en de economische realiteit.

Het debat over de uitstap uit kernenergie is achterhaald

Het document geeft geen commentaar op de kernuitstap (die door een wet is geregeld), maar geeft België uiteindelijk een stappenplan voor het verminderen van de CO2-uitstoot, het ontwikkelen van het potentieel voor hernieuwbare energie en de integratie van het basisprincipe van een systeem dat decentraliseert.

Het debat voor/tegen kernenergie is achterhaald. Alle landen van de wereld zitten in een energietransitiefase om hun toekomstige energie-, economische en klimaattoekomst te verzekeren, zoals blijkt uit de genomen acties bij One Planet Summit.

Hernieuwbare energiebronnen zijn nu concurrentieel

Vele studies tonen aan dat een  transitie naar 100% hernieuwbare energie technisch mogelijk is tegen 2050, in Europa en België.

Is het economisch mogelijk? Ja! De huidige prijsdynamiek van hernieuwbare energieproductie bewijst het.

Inderdaad, het jaar 2017 werd gekenmerkt door een drastische daling van de productiekosten van fotovoltaïsche en windenergie, over de hele wereld. Een concurrentievermogen dat nu hoger ligt dan het concurrentievermogen van de traditionele energieproductie.

Midden 2017 publiceerde Bloomberg een grafiek over het concurrentievermogen van de verschillende energieproducties in EMEA (Europa, het Midden-Oosten en Afrika). APERe heeft deze grafiek , in oranje hieronder, bijgewerkt door de gemiddelde prijzen van eind 2017 te bekijken voor België in offshore windenergie en voor Duitsland in zonne-energie en onshore windenergie.

We zien een aanzienlijke daling voor grondgebonden fotovoltaïsche zonne-energiesystemen (PV-untracked) en offshore windenergie in de laatste 6 maanden en het concurrentievermogen van windenergie op land en grondgebonden fotovoltaïsche zonne-energie in vergelijking met andere productiemethodes.

Wat betreft fotovoltaïsche zonne-energie hebben verschillende analyses van deze sector een daling van de kosten van 20% aangetoond bij elke verdubbeling van het productie volume, en dit herhaaldelijk sinds de jaren zeventig.

Waarom zo’n daling van de kosten?

De productie van zonne- en windenergie moet, vanwege hun variabiliteit, een voldoende economische marge behalen om het slimme net te financieren zodat hun ontwikkeling mogelijk wordt (opslag, vraagbeheer en mogelijke ontwikkeling van het elektriciteitsnet).

Om hun economische ontwikkeling te garanderen, moet de productie van hernieuwbare energie daarom worden verkocht tegen prijzen die veel lager zijn dan die van de huidige conventionele producties.

Op basis van de huidige dynamiek van hun productiekosten, wijst alles erop dat productie van zonne- en windenergie snel goedkoper zal worden.

Kunnen de tegenstanders van het Belgische energiepact een recente studie aanleveren waaruit blijkt dat de productie van zonne- en windenergie duurder is dan conventionele producties? Neen. De nieuwe internationale realiteit op energiegebied bewijst het tegenovergestelde.

Enkele voorbeelden

  • Waarom is er in Wallonië en over de hele wereld een financiële zeepbel ontstaan rond de subsidiëring van fotovoltaïsche zonne-energie? Simpelweg omdat de politici nooit hadden gedacht dat de productiekosten van zonnepanelen zo snel zouden dalen en omdat de ondersteuningssystemen niet zo snel konden worden aangepast.
  •  
  • Duitsland heeft zijn kernuitstap gepland en investeert, om zijn energievoorziening te garanderen, zwaar in nieuwe hernieuwbare energieproductie (en tijdelijk in steenkool, dat ook een uitstapplan heeft). Het heeft echter lagere elektriciteitsprijzen dan de buurlanden, zoals weergegeven in deze CREG-grafiek:

  • Sinds enkele jaren is de Colruyt-groep door Test-Aankoop gerangschikt als de goedkoopste Belgische supermarkt. Dit bedrijf investeert echter al heel lang in windenergie- en fotovoltaïsche energieproducties en in waterstofopslag (wat tegenwoordig nog steeds erg duur is). Het bewijs dat een concurrentievermogen van een onderneming kan voortbouwen op investeringen in hernieuwbare energie.
  • De opslagkosten dalen tegenwoordig sneller dan ooit in de fotovoltaïsche industrie. Binnen 5 jaar zal opslag concurrentieel zijn en de groei van hernieuwbare energie ondersteunen.​

Deze cijfers en voorbeelden tonen aan dat het Belgische energiepact deel uitmaakt van de Europese en mondiale economische dynamiek en dat het huidige Belgische politieke debat de energietransitie van België alleen maar vertraagt. Bedrijven en burgers zijn al klaar en actief. Zal het beleid hier op inspelen?